zondag 30 oktober 2011

Herman Pleij schreef het boek "Anna Bijns Van Antwerpen".


Wie een dichteres uit de zestiende eeuw alsnog nieuw leven wil inblazen moet over een flinke dosis verbeeldingskracht beschikken. Historicus Herman Pleij slaagde er evenwel in om van Anna Bijns (1493-1575) een uitvoerig en levendig beeld te schetsen. De Antwerpse dichteres kon vreselijk fulmineren tegen ontrouwe minnaars, op het huwelijk, op de hervormer Maarten Luther en op de protestanten. Over deze krachtige vrouw schreef Herman Pleij het boek Anna Bijns. Van Antwerpen.

Over Anna Bijns was tot voor kort weinig bekend. Ze woonde in Antwerpen, waar ze zich onder rederijkers en franciscaner monniken begaf. We weten dat ze een schooltje had, waar ze tot haar tachtigste - twee jaar voor haar dood - onderwijs heeft gegeven. Drie bundels werden er van haar gepubliceerd, die veelvuldig werden herdrukt en zelfs in het Latijn werden vertaald - wat in die tijd uniek was. Ze stond bekend om haar verbaliteit. Ze kon vreselijk te keer gaan tegen de nieuwlichters van de Reformatie. Het boek Anna Bijns. Van Antwerpen biedt nieuwe inzichten.

In de loop van de zestiende eeuw ontwikkelde Antwerpen zich tot het handelscentrum van West-Europa. In die tijd had Antwerpen de omvang en kenmerken van een metropool. De daarmee gepaarde dynamiek droeg bij aan maatschappelijke en culturele vernieuwingen. De opmars van de drukpers stelde de hervormer Maarten Luther in staat om in 1517 zijn stellingen tegen de handel in aflaten te publiceren. Het vormde de aanleiding tot de verbreiding van de Reformatie, het symbolische begin van het protestantisme. Ook Anna Bijns profiteerde van de boekdrukkunst, maar ze was een fel bestrijdster van Maarten Luther en andere hervormers. In de verzen van Anne Bijns is haar afkeer sterk aanwezig.

Een andere rode draad in haar oeuvre is de onbereikbare geliefde. Ze is bedrogen door haar minnaar. Ze schreef hartstochtelijke refreinen over de streken die een niet trouwe minnaar je kan leveren. Herman Pleij: “Ze heeft een kwart van haar oeuvre aan de bedrogen liefde besteed, over de minnaar die haar in de steek heeft gelaten. Maar liefst achtenveertig refreinen gaan alleen maar over haar minnaar. Ze heeft ongeveer tweehonderdtwintig refreinen geschreven, dat zijn strofische gedichten, die meestal honderd tot tweehonderd regels bedroegen. In totaal bedroegen het dus ruim dertigduizend duizend verzen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten